"/fs_img Custom Page






Ze had het de avond ervoor niet al te laat gemaakt bij Eric thuis. Rond een uur of tien was ze naar haar eigen huis gegaan. In de keuken gezeten schonk ze zich een glas Life is bitter - Life is sweet - Campari in en keek nog eens rond. De keuken zag er blinkend schoon uit. De heren waren daar een paar uur mee zoet geweest. Alle sporen van de vliegende vis waren uitgewist.
Mevrouw Jorritsma was na een tijdje door het kattenluikje binnengekomen. Toen hij haar zo zag zitten, had haar onzeker aangekeken. Zou ze weer vreemd gaan doen? Ze bukte zich naar hem, maar hij had zich zeer hautain afgewend en was naast de voorraadkast gaan zitten, waar hij zich uitgebreid begon te likken. Zijn roze poezen-anus was naar haar toegedraaid. Net of hij haar daarmee wat wilde zeggen.
Oh, zijn we geen vriendjes meer? Nou als je zo lelijk tegen me doet, ga ik naar bed. Doei!Voor ze de keuken verliet, controleerde Christel nog even of er genoeg voer en water in zijn bakjes lag. Dat zag er allemaal prima uit. Welterusten, zei ze tegen hem, waarna ze het licht uitdeed en naar bed ging.
De volgende ochtend was ze vrij vroeg wakker geworden. De emoties van de afgelopen dagen kon ze nog goed voelen in haar lijf. Ze hoefde die dag gelukkig niet te werken, dus ze had alle tijd om het huis aan kant te maken en boodschappen te doen. Ze was met bezig de melk in de koelkast op te bergen toen ze een aanval kreeg. Snel zette ze de melk weg en ging zitten.Christel transpireerde nooit, maar nu gutste het zweet over haar hele lichaam. Ze voelde zich zwak en misselijk worden en begon te beven. Alles wat ze de afgelopen dagen had meegemaakt balde zich in haar lichaam samen tot een brok haat. Ze kreeg maar een woord door: Wraak. Ze stond op en ijsbeerde heen en weer. Wat moest ze nu doen? Ze hield met ijsberen en leunde met haar voorhoofd tegen de koele, gladde deur van de koelkast. Al was het het laatste wat ze op deze aardkloot zou doen; ZE ZOU DIE TEEF WEL KRIJGEN!!!
Waarom hadden Winnie en Marian ook nog niet gebeld. Ze zat zich hier moederziel alleen op te vreten. Uit pure frustratie balde ze haar vuisten. What the Hell! Zo groot kunnen die Ardennen toch ook niet zijn. Er was vast een jeugdherberg of iets dergelijk die gespecialiseerd was in het opvangen van survivaltocht survivors. Ze rende naar de slaapkamer, trok onderweg een reiskoffer uit de linnenkast en begon alles wat ze dacht nodig te hebben in de koffer te smijten. Als Mozes niet naar de berg kwam, kwam deze wel naar hem. Wat die berg kan, kan ik ook, dacht ze, ondertussen de overvolle koffer dichtritsend.
Ze vloog de trappen af naar beneden waar ze als een idioot naar pen en papier zocht. Zoals gewoonlijk lagen ze naast de telefoon. Met de bloknote in haar hand begon ze te schrijven:

"Beste Eric en Caspar,
De muren komen hier op me af. Ga nu naar de Ardennen om Winnie te zoeken. Zo moeilijk kan het toch niet zijn om een zwarte pot in survivalbroek te vinden? Is het waarschijnlijk wel, maar ik moet toch wat.
Wil je de poes en planten verzorgen? Ik bel je nog,
Alvast bedankt,
Chris.
P.S. ik ben zo brutaal geweest mijn telefoon naar jouw nummer door te schakelen. Als Winnie of Marian alsnog bellen, zeg dan dat ik de mobiel bij me heb.
P.P.S. de cactus heeft echt geen water nodig.
Liefs, xxx "

Ze keek nog eenmaal om zich heen voor ze de deur dichttrok en op slot deed. Gas en licht waren uit. Portemonnaie zat in d'r jas. Autosleutels hingen aan de voordeurbos. Ze wurmde zich door het rijtje coniferen die haar huis van die van Eric scheidde en vervloekte de bewoner van wie ze het huis had overgenomen. Welke klootzak wil nou coniferen in de tuin?
Na haar haren uit wat dode takjes te hebben bevrijd, schoof ze het briefje in de brievenbus en rende het tuinpad af naar haar auto. Eenmaal open pleurde ze haar koffer op de achterbank en plankgas gevend scheurde ze door de stad, richting Ardennen. Kilometer na kilometer zoefde voorbij en met elke kilometer voelde ze de haat in haar groter worden. Tegen de tijd dat ze de Ardennen bereikt had, was die haat een allesverterende witheet vuur geworden. Haar handen met witte knokkels hielden het stuurwiel krampachtig vast. Ze trapte het gaspedaal verder in. Met een spurt vloog haar Alfa Romeo over de weg. Ze had net een rij auto's gepasseerd en stuurde haar auto weer naar het rechter rijstrook toen ze zag dat de voorste auto op de remmen had getrapt. Ze merkte dat ze zo kwaad was geworden dat ze de voorste auto had afgesneden. Als ze zo doorging zou ze een gevaar worden voor haar medeweggebruikers. Ze minderde vaart. De rij auto's die ze net had ingehaald, haalden haar nu op hun beurt in. Vanuit haar ooghoek zag ze een rits verontwaardigde Belgen die allemaal naar hun voorhoofd wezen en claxonneerden. Heb je zo'n rare Hollandse weer!
Ze haalde diep adem en blies het langzaam weer uit. Ze moest zich proberen te ontspannen. Ze zette de autoradio aan. Een nummer uit een van haar favoriete musicals was op. Terwijl de tonen van "Climb Every Mountain..." klonken, voelde en hoorde ze een knal. Ze merkte meteen dat ze de macht over de auto begon te verliezen. Ze trapte voluit op de rem, rukte aan het stuur, wist nog net een kudde kippen, twee schapen en een Belgin te ontwijken en knalde de berm in. Met haar hoofd over het stuur gebogen, bleef ze hijgend zitten. Gelukkig ze mankeerde niets! Hoe ze daar uit was ontsnapt, wist ze niet, maar haar beschermengel had haar werk die dag goed gedaan. Ze probeerde de deur van de auto te openen, maar die gaf geen sjoege. Ze voelde een paniekaanval opwellen. Met haar schouder bonkte ze tegen de deur en toen zelfs dat niet lukte, rukte ze haar autogordel los en beukte ze net zo lang met haar voeten tegen de deur tot die open was. Ze viel uit de auto en rolde de berm in.
In de verte zag ze de Belgin die ze net op tijd had weten te ontwijken, als aan de grond genageld staan, voor die naar haar toe rende. Bij Christel aangekomen, vroeg ze of deze niets mankeerde, voor ze haar de berm uit, de weg op hielp. Met een arm om haar heengeslagen, liep ze met de vouw die haar was komen redden, naar een wegrestaurant een meter of vijftig verderop. Ze wist de vrouw, die haar nog steeds vroeg of alles in orde was, te verzekeren dat ze niets mankeerde. Even later zat ze in Het Gekloste Kleedje aan een glas cognac om haar zenuwen tot bedaren te brengen. De plaatselijk cafe-eigenaar had de nodige instanties verwittigd van het ongeluk. Over een paar uur zou de ANWB komen om haar auto op te halen. Hoe ze terug naar huis moest, wist ze niet. Maar daar zou ze wel iets op vinden. Wellicht was een van de aanwezige bezoekers wel zo vriendelijk haar naar een bus- of treinstation te brengen. Terwijl ze aan een tafeltje bij het raam gezeten aan haar cognac nipte, zag ze een bus het parkeerterrein oprijden. Het was een Betuwe Expres bus. Type: daar-moet-je-niet-onder-gaan-liggen. Op de bus stond de slogan: Wat wij doen, doen wij Expres. Toen de bus een parkeerplaats had gevonden en de deur open ging, zag ze een heleboel vrouwen uitstijgen. Dik, dun, mooi, blond, oud, jong, donker. Christel keek nog eens goed. Daar waren Winnie en Marian.
WINNIE EN MARIAN!
Ze schopte de stoel waar ze op zat onder zich vandaan en vloog het restaurant uit, recht in de armen van een tweetal verbaasde, ik mag wel zeggen zeer verbaasde survivallers en barstte in hartverscheurend snikken uit.

[Beste lezer of lezerin, mag ik me bij deze verontschuldigen voor het feit dat Christel de laatste hoofdstukken een ongelooflijk jankdoos aan het worden is. Doet ze normaal noooit! Ik wil jullie bij deze waarschuwen: er volgen nog meer tranen. Geef de moed echter niet op, normaal is ze het zonnetje in huis. Maar ja, wat wil je? Als jij door de vrouw der vrouwen (of voor zover er zoiets bestaat: man der mannen) gedumpt was, ternauwernood aan dood door brand en een auto-ongeluk was ontsnapt, zou je ook op z'n minst een dipje hebben. Afgezien daarvan, Trellie en ik zijn tot de conclusie gekomen dat dit verhaal zichzelf schrijft. Althans dat zijn mijn ervaringen als ik achter mijn pc zit. Truus].
[ Zo ervaar ik het ook Truus, liefs Trel]

Winnie liet haar uithuilen. Zo overstuur had ze Christel nog niet eerder meegemaakt. Toen het huilen een beetje bedaard was vroeg ze wat er aan de hand was. Tussen de snikken door kon ze de woorden Ivory...doos...brand...bijna dood...auto...wraak opmaken. Zo kwamen ze ook niet veel verder.
Wat mompel je toch allemaal. Vertel nou eens rustig wat er allemaal gebeurd is. Daar verderop is een cafe waar het wat rustiger is, daar gaan we effe zitten.
Met een hysterische Christel aan haar arm en een verbaasde Marian in haar kielzog liep ze naar een cafeetje verderop waar het wat rustiger was dan het Gekloste Kantje, die nu bezet werd door warming-up doende survivalpotten. Die zouden nog een laatste wandeling gaan maken in de heuvels in de buurt.
Zo, zei Winnie, toen ze aan een tafeltje gezeten waren in Het Butaangasje. Vertel nou eens, als het kan, op een wat rustiger toon wat er allemaal gebeurd is.
Christel snikte. Ze voelde hoe een traandruppel langs haar wang naar haar kin gleed. De druppel bleef heel even hangen voor het met een zachte plop in haar koffie landde. Zou ze Winnie alles durven opbiechten? Ze kon het maar beter wel doen. In de vijf jaar dat ze samen waren, waren ze altijd eerlijk tegen elkaar geweest. Ook als het om hele moeilijke dingen ging. Geen van tweeen had ooit hoeven verzwijgen dat ze verliefd op een ander waren geweest. Op de een of andere manier ging het er heel open aan toe. Bovendien hadden ze allebei altijd gezegd dat dat niet betekende dat ze minder van elkaar hielden. Die liefde en respect zou er altijd zijn. Ook als ze uit elkaar gingen. Althans dat hadden ze zich voorgenomen.
Ze snotterde nog eens voor ze aan haar verhaal begon. Ze legde uit wat er de avond in Behind The Dykes was voorgevallen. Dat Ivory een schaap in wolfskleren bleek te zijn; dat die ervandoor ging als een speer nadat ze het doosje van Christel had gejat en dat ze haar geslagen had; over de brand in de pakhuizen bij BTD; over die bijna realistische, maar toch hallucinerende dromen door de grote rookontwikkeling, die haar hersenen zo vergiftigd had dat ze dacht dat ze de nieuwe Assepoester was; ze vertelde kortom wat een leuke avond uit, was geworden tot een mega desillusie waar zelfs een overdosis Prozac en Hadol niet tegen hadden kunnen helpen. En niemand was thuis en nu had ze tot overmaat van ramp ook nog de auto in de prak liggen.
Winnie en Marian keken haar meewarig aan. Ze had inderdaad geen prettige tijd achter de rug. Die Ivory...hoe kon ze? Als Ivory op dat moment de zaak in was gelopen, hadden ze allebei haar bloed wel kunnen drinken. Dat Christel witheet van woede was en wraak wilde nemen konden ze zich allebei wel voorstellen. De haat van Christel was zo aanstekelijk dat ze zich allebei kwaad voelden worden. Dat iemand aan hun Christel gezeten had. Nee daar hadden ze geen woorden voor. Iemand moest die madam maar gauw een lesje leren. Daar zouden ze gauw voor zorgen.
Hoe en op welke manier ze wraak op Ivory moesten nemen, konden geen van het drietal op dat moment bedenken. Maar dat het op een dag zou gebeuren, dat stond vast. Als een paal boven water. Winnie en Marian sloegen allebei hun armen troostend om Christel heen.
Het komt allemaal weer goed, lieverd, zei Winnie. Daar zorgen we met z'n drietjes wel voor.
Gaat het weer een klein beetje?, vroeg Marian, toen Christel niet meer zo hard huilde.
Er kon een heel klein lachje af. Nu Christel zich weer veilig voelde, kon ze weer lachen.
Ja hoor, nu jullie er zijn wel, lachsnotterde ze. Ze veegde de tranen uit haar ogen en nam een slok.
Maar hoe moet ik nou thuiskomen? De auto doet het niet meer. Ik zat te wachten op de wegenwacht toen ik jullie ineens zag. Die is nog niet gekomen.
Nou dat zien we zo wel. Zullen we weer terug naar het wegrestaurant? Daar kan ik aan de reisleidster Maria vragen of je mee terug kan rijden met ons in de bus. Als het niet kan, dan regelen we wel iets. Desnoods gaan we met de trein terug, zei Winnie. Als het kan vandaag en anders blijven we hier wel een nachtje. Ik verlang zo naar een hete bad en een lekker zacht bed, dat wil je niet weten. Ik ben uitgesurvivald.
Tja, zei Marian, je moet toch een keer in je leven iets geprobeerd hebben.
Da's waar, zei Winnie. Bovendien was de cursusleidster met haar rekbare vliesstof wel erg euh, euh...sportief.
Ja, dat is het goede woord, zei Marian. Denk je dat ze er bezwaar tegen heeft dat we iemand mee terug nemen?
Ach we zien wel. Gaan jullie mee?
Ze rekenden nog even af voor ze naar het Gekloste Kantje liepen.
Daar aangekomen werden ze opgewacht door de gerant en de vrouw die Christel geholpen had na het ongeluk. Terwijl de vrouw naar Christel's conditie informeerde, sprak Winnie met de man. Al gauw bleek dat de wegenwacht op de hoogte was en een sleepwagen gestuurd had. Die kon elk moment aankomen. Wilden de dames nog iets eten? De groep was terug van de wandeling en had net zitting genomen in de eetzaal.
Marian en Winnie keken elkaar aan. Door alle hussemussie hadden ze niet aan eten gedacht. Ze waren allebei uitgehongerd. Ze besloten dat dat wel een goed idee was. Toen Christel afscheid had genomen van de vrouw die haar geholpen had, Hadewicht, en haar bedankt had voor al haar goede zorgen, gingen ze met z'n drieen naar de eetzaal. Daar was het op dat moment een kakofonie van uitbundige potten. Ze hadden het allemaal overleefd en waren in jubelstemming. De stemming zat er goed in, allemaal blij dat ze zouden terugreizen.
Winnie schoot de survivalmaria aan. Die was trots op haar groepje en toen Winnie haar had uitgelegd dat haar vriendin een ongeluk had gehad voor ze hier aankwamen en graag mee terug wilden reizen, was ze meteen bezorgd. Of ze nog iets kon doen? Een Heimlich of een re-annie-matie? Moest er iets worden verbonden. De EHBO lag in de bus. Ze kon het zo pakken.
Gelukkig was dat allemaal niet nodig. Als door een wonder had Christel het, en de laatste dagen, allemaal overleefd zonder fysieke kleerscheuren..
Terwijl de dames zich tegoed deden aan het eten, vertelden ze Christel over hun niet noemenswaardige avonturen in de Ardennen. Na een tijdje over iets anders dan haar zorgen gepraat te hebben, merkte Christel dat haar oude levenslust weer terug begon te komen. Ze at zelfs een paar hapjes van wat haar werd voorgezet.
Nog voor het toetje geserveerd werd, kwam de gerant al zeggen dat de sleepwagen was gearriveerd. Christel en Winnie gingen naar buiten om alle papieren rompslomp af te handelen. Toen ze daarmee klaar waren, stegen de eerste dames al in de bus om de terugreis te aanvaarden. Het zou niet lang duren voor iedereen weer thuis was.
Christel, Winnie en Marian staarde naar de sleepwagen die langszij de bus was komen rijden. Ze keken de eens mooie Alfa Romeo aan. Die was nu vol deuken en krassen.
Over Romeo's gesproken, zei Christel. Winnie en Marian keken elkaar aan.
Wisten jullie dat Eric Edouard verliefd is geworden?
Die geile ouwe bok, riep Marian, hoe heet dit groen blaadje? Vertel, hoe ziet hij eruit?
Christel lachte stiekem. Die gaan we voor de gek houden.
Nou, begon ze, je kunt het geloven of niet, maar deze keer heeft hij een zangeres aan de haak geslagen. Ze heet Kitty. En zingen dat ze kan, je gelooft je oren niet, zo'n mooie stem heeft ze.
Marian boog zich over de leuning van de stoel waar Christel in zat.
Ga weg! Dat meen je niet! Sinds wanneer valt die geilaard op vrouwen? Is die dan opeens geen mannenverslinder meer? Dan zijn de wonderen de wereld niet uit, blijkt!
Christel keek naar Winnie en gaf haar, niet opgemerkt door Marian, een knipoog.
Jaaa. En het is nog heel erg aan ook. Als hij binnenkort niet gaat trouwen, dan...
Je houd me voor de gek.
Nee hoor, wacht maar tot je d'r ziet.